Besteed je net als veel andere organisaties de laatste jaren veel aandacht aan diversiteit en inclusiviteit op de werkvloer? Dan weet je ook hoe moeilijk het is om de doelen die je hiervoor stelt te behalen. Kijk eens goed naar je content. Daarmee wil je zoveel mogelijk mensen bereiken. En vooral geen groepen mensen uitsluiten. Inclusief schrijven is daarbij het sleutelwoord.
Maar wat is inclusief schrijven precies, en waar gaat het dan mis? En hoe kan data je helpen bij inclusief schrijven?
Wat is inclusief schrijven?
Als we het hebben over diversiteit en inclusiviteit, spelen vooral je vacatures een urgente rol. Je wilt namelijk allerlei verschillende mensen aannemen voor je bedrijf. Dan moet je denken aan verschillen in afkomst, leeftijd en geslacht. Een vacature is inclusief geschreven wanneer het al deze mensen tegelijkertijd aanspreekt, en als niemand zich buitengesloten voelt wanneer ze de tekst lezen.
Het begint dus bij het aannemen van nieuw personeel zodat je kan werken aan een inclusief en divers personeelsbestand. Een vacature richt zich nooit op maar één type mens. Zelfs niet als de functie binnen een specifieke niche werft. Wat je zoekt is de beste kandidaat voor die ene functie. En deze kan je vinden in een zo groot mogelijke kandidaten pool.
Hoe bereik je een zo groot mogelijke pool om de beste kandidaat uit te kiezen? Door content te schrijven waarmee je veel mensen weet te bereiken. Dat doe je door inclusief te schrijven. Het taalgebruik dat je kiest maakt geen onderscheid tussen groepen, waardoor iedereen zich aangesproken voelt.
Inclusief schrijven doe je onder meer door rekening te houden met onderstaande punten:
- Mensgericht schrijven, ook wel genderneutraal te schrijven. Dit doe je door hij/zij of het meervoud te gebruiken.
- De lezer aanspreken met u of jij.
- Zorgen dat je content niet discrimineert op leeftijd. Dit doe je door bijvoorbeeld geen leeftijden te noemen in je tekst.
- Stereotype woorden en/of associaties vermijden. Die gebruik je onbewust vaker dan je denkt. Denk aan roze voor vrouwen, blauw voor mannen.
- De WCAG-richtlijnen toepassen. Wanneer je deze regels toepast zorg je ervoor dat de tekst toegankelijk is voor iedereen. Dus ook voor mensen met een beperking.
De 3 grootste taalmissers
Toch gaat het bij inclusief schrijven nog regelmatig mis. En dat gebeurt vaak onbewust.
Bij het schrijven van vacatureteksten sla je dan flink de plank mis, aangezien je maar een kleine groep kandidaten aanspreekt met zo’n tekst. Hierdoor wordt de kans op het vinden van de perfecte kandidaat nog kleiner.
Wat gaat er dan mis als we inclusief willen schrijven?
- Het taalniveau: schrijf niet op een te hoog niveau
Het doel van inclusief schrijven is dat iedereen je content kan vinden en begrijpen. De content moet dus niet geschreven zijn op een te hoog taalniveau. Bij een te hoog taalniveau kan het zijn dat de tekst te moeilijk is om te lezen en te begrijpen. Schrijf je op een te hoog niveau, dan schrijf je dus niet inclusief en sluit je mensen sneller uit. Een diverser personeelsbestand is dan weer een stap verder weg.
In Europa onderscheidt het Gemeenschappelijk Europees referentiekader 3 taalniveaus (A,B en C) in twee subniveaus (1 of 2). C2 is zo gezien het moeilijkste niveau en A1 het makkelijkst. Taalniveau B1 zit ongeveer in het midden. Dit is het niveau dat de meeste mensen (80%) kunnen lezen en begrijpen. Maak het je lezers niet te moeilijk en schrijf dus altijd op taalniveau B1. Belangrijk om te melden is dat taalniveau B1 ook beter en makkelijker te begrijpen is voor mensen met bijvoorbeeld een hoger opleidingsniveau. Mensen met een hoger opleidingsniveau zouden een vacature op taalniveau C1 ook wel begrijpen, maar het kost veel meer energie en motivatie om dit te lezen. En daarmee daalt de motivatie om de tekst volledig te lezen of om, in dit geval, te solliciteren. Het aanbevolen taalniveau B1 staat dus los van menselijk intellect of opleidingsniveau.
Schrijf altijd op taalniveau B1 en houd daarbij rekening met de onderstaande punten:
- Gebruik geen moeilijke/specialistische woorden, maar kies voor woorden die iedereen kent.
- Schrijf beknopte, levendige zinnen die makkelijk leesbaar zijn.
- Vergeet niet om de vacaturetekst een duidelijke titel en tussenkopjes te geven.
- Gebruik bulletpoints en houd je alinea’s kort.
- Kies voor een leesbaar lettertype en genoeg witruimtes.
Natuurlijk kunnen hoger opgeleiden een complexere tekst (taalniveau C1) ook begrijpen. Maar het wil niet zeggen dat ze het ook willen lezen. Uit verschillende onderzoeken van Textmetrics is gebleken dat de vacatureteksten van Nederlandse bedrijven te moeilijk zijn geschreven. Er zijn vacatures gescand van ruim 300 bedrijven. Zoals al eerder gezegd is het voor iedereen prettiger om teksten op het taalniveau B1 te lezen. Het kost je minder tijd en energie om een tekst op dit taalniveau te lezen. En je wordt eerder enthousiast en gemotiveerd van het lezen van een niet te complexe tekst.
- De toegankelijkheid: vergeet de WCAG-richtlijnen niet
De meeste content publiceer je online. Maar liefst 25% van alle internetgebruikers heeft een functionele beperking. Dan moet je denken aan mensen die slechthorend, blind of kleurenblind zijn. Maar ook aan mensen met autisme, dyslexie of een motorische beperking. Het is een grote groep mensen die je uitsluit als je geen rekening houdt met hun situatie. Je moet dus rekening houden met digitale toegankelijkheid.
Veel online content is nu nog niet voor iedereen bruikbaar. Om daar verandering in te brengen, zijn er de WCAG-richtlijnen (voluit: Web Content Accessibility Guidelines). Daarbij draait het om 4 principes. Neem deze mee in de teksten die je schrijft voor online gebruik. De tekst moet:
- Waarneembaar zijn: mensen moeten de website kunnen ervaren en gebruiken met de zintuigen die ze hebben. Denk aan tekst alternatieven voor niet-tekstuele content zoals een video of afbeelding.
- Bedienbaar zijn: mensen moeten de content op de website kunnen vinden en gebruiken. Zo moet een pagina met content bijvoorbeeld ook alleen met toetsenbord en zonder muis te navigeren zijn.
- Begrijpelijk zijn: mensen én software moeten de content kunnen begrijpen. Denk aan het leesbaar en helder maken van de content en het taalniveau.
- Robuust zijn: dit is wat technisch, maar het gaat erom dat de content betrouwbaar te interpreteren moet zijn. Zo moet de code die je gebruikt bijvoorbeeld foutloos zijn.
Bovenstaande principes lijken voor de hand liggend, maar uit verschillende analyses van Textmetrics blijkt het tegenovergestelde. Bij het eerder genoemde onderzoek onder 300 Nederlandse bedrijven, is ook gekeken naar de digitale toegankelijkheid. Het overgrote deel van de bedrijven heeft meerdere toegankelijkheidsproblemen.
Stel, je hebt een openstaande vacature voor een cyber security functie. Uit verschillende onderzoeken is gebleken dat mensen met autisme enorm geschikt zijn voor deze functies. Maar als jouw digitale toegankelijkheid het laat afweten, kan het zo zijn dat iemand met autisme niet bij jouw vacature uitkomt. Zo makkelijk is het om je ideale kandidaat mis te lopen.
- Bias: discrimineer niet (onbewust) op leeftijd en geslacht
Inclusief schrijven doe je om verschillende type mensen aan te spreken. Daarbij maak je dus geen onderscheid in leeftijd of geslacht. Helaas gebeurt dat in veel content nog wel. Vooral in vacatureteksten. Dan spreken we van een bias voor leeftijd of geslacht. Hierdoor ontneem je mensen de kans om te solliciteren. Zo kan er staan dat organisaties op zoek zijn naar studenten. Of dat ze zoeken naar kandidaten met maximaal 8 jaar werkervaring. Door dit soort zinnen te vermijden kun je leeftijdsdiscriminatie voorkomen. Hieronder zie je 2 concrete voorbeelden:
Voor deze functie zoeken we iemand die tussen de 18 en 25 jaar oud is.
Voor deze functie zoeken we iemand die tussen de 5 en 7 jaar ervaring heeft.
Als je bovenstaande zinnen toepast in je vacatureteksten ontneem je een grote groep mensen de kans om te solliciteren. Dit is voor je bedrijf, en ook maatschappelijk, onwenselijk. Een meer verfijnde vorm van leeftijdsdiscriminatie in vacatures is je personeelsbestand bijvoorbeeld omschrijven als jong en energiek.
Bij het bias geslacht is er iets anders aan de hand. Onbewust heeft veel content een meer mannelijke tone of voice, waardoor vrouwen zich minder aangesproken voelen wanneer ze deze teksten lezen. In veel vacatures zien we ook woorden terugkomen die verwijzen naar eigenschappen die grotendeels op mannen slaan. Zie hieronder wat voorbeelden van mannelijke en vrouwelijke woorden.
Mannelijk | Vrouwelijk |
Betreffende | Over |
Creëren | Vormen, ontwerpen |
Prioriteit | Voorrang, voorkeur |
Relevant | Belangrijk |
Verstrekken | Geven |
Tevens | Ook |
Er zijn wel genderneutrale woorden die je kan gebruiken. Denk aan ouders in plaats van vaders en moeders. Of praat over kinderen/leerlingen in plaats van over jongens en meisjes. Als je meer genderneutraal, en daarmee inclusief schrijft, spreek je een zo groot mogelijke doelgroep aan.
Inclusief schrijven dankzij augmented writing
Het wat en waarom van inclusief schrijven is duidelijk. Maar het schrijven zelf is lastiger dan je misschien denkt. Zoals we hierboven al zagen, is er veel om rekening mee te houden. Een voorwaarde is dat je tijdens het schrijven je kan verplaatsen in diverse doelgroepen.
Gelukkig zijn er handige hulpmiddelen die je helpen om inclusief schrijven een stuk makkelijker te maken. Dan hebben we het over data-gedreven platforms (bijvoorbeeld Textmetrics). Die kunnen helpen om uitsluiting door taalgebruik te voorkomen. Zo’n platform kun je zien als schrijfcoach. Die je helpt bij het behalen van de D&I-doelstellingen.
Daarnaast geven veel augmented writing platforms je ook suggesties voor
- Tone of voice
- SEO-optimalisatie
- Het vermijden van te moeilijke woorden voor de doelgroep